« Terug naar overzicht

Jan Ebus

Havenman van het jaar 1998

Directeur-eigenaar Seabrex fruit handling and storage

J.P.M. Ebus komt uit de expeditiewereld, waar groenten en fruit zijn specialisme waren. Door in de overzeese teeltgebieden de export te organiseren, wist hij omvangrijke groenten- en fruitstromen naar Rotterdam te halen – vóórop de Canarische tomaten. Hij achtte Rotterdam echter niet in staat deze pakketten op termijn vast te houden, zodat hij zelf in de overslag stapte. Samen met Seaport Terminals richtte hij Seabrex op. Een impuls die de fruitsector hard nodig had, oordeelde ”Kyoto”, die Ebus tot Havenman van het Jaar 1998 uitriep. De door Ebus ontwikkelde logistieke concepten kregen hierbij speciale vermelding.
DE SLAG OM DE FRUITOVERSLAG

De fruitsector was al geruime tijd een beleidsspeerpunt van het Gemeentelijk Havenbedrijf toen Jan Ebus in 1995 verkondigde dat deze sector geheel in het slop zat. Want waar de havenbeheerder de kaders schept, moet de invulling wel van het bedrijfsleven komen. Maar met een zo versnipperde branche – negen bedrijven die geen vuist konden maken – kwam daar niets van terecht. Concentratie op één lokatie was volgens Ebus noodzakelijk om de concurrentie een stap voor te blijven – zeker op het gebied van de tarieven. Ebus wist waarover hij sprak, want als expditeur van groenten en fruit had zijn bedrijf Ebrex dagelijks contact met alle spelers in de aanvoerketens. Alsof hij zichzelf had uitgedaagd zijn visie waar te maken, zat hij drie jaar later zelf in de overslag. Ebrex ging een joint venture aan met HIM Furness, eigenaar van de fruitstuwadoor Seaport Terminals aan de Merwehaven. Seabrex, zoals het nieuwe bedrijf werd genoemd, had al snel vrijwel de gehele Rotterdamse fruitoverslag in handen. Na een jaar verkocht HIM Furness alle activiteiten in de Rotterdamse haven; Ebrex was in staat het 70-procents belang in Seabrex over te nemen. Daarmee deed Ebus zich niet alleen kennen als een uitstekend zakenman, de Rotterdamse haven bleek er in hem ook een directeur-eigenaar van formaat bij te hebben gekregen.

Als zoon van een van de eigenaren van expeditiebedrijf Frans Maas werd Jan Ebus op kostschool naar Zwitserland gestuurd. In dat land is hij onlangs teruggekeerd. Vanuit zijn woonplaats Verbier leidt hij zijn Ebrex-imperium, waarvan hij 100 procent eigenaar is en dat wereldwijd 900 mensen in dienst heeft. De meesten bij de fruitstuwadoorsbedrijven in Rotterdam, Zuid-Afrika en Bremen. Een forse bijdrage aan winst en omzet wordt tegenwoordig geleverd door Ebrex Food Services (EFS) in Genève, dat slechts twintig mensen in dienst heeft. EFS heeft een contract in de wacht gesleept van het Amerikaanse leger, dat door Ebrex wordt geproviandeerd van de Balkan tot Afghanistan en Irak. Bij Seabrex droeg Ebus de dagelijkse leiding in 1992 over aan Herman de Knijf. Deze werkt aan een nieuwe aanpassing van het bedrijf aan de eisen van de markt. In het verlengde van de op- en overslag wordt Seabrex omgevormd tot een distributiecentrum, waar ook het logistiek management voor de klant wordt verzorgd. De haven wordt in die visie steeds meer de plaats waar de goederenstromen worden gemanaged. Ook wordt gestudeerd op verplaatsing van de activiteiten naar de Maasvlakte. Want ook in de fruitsector is de container in opmars, waardoor aan de Merwehaven op termijn weinig directe aanvoer zal overblijven. Voor De Knijf, die afkomstig is van Seaport Terminals, staat vast dat de tussenkomst van Ebus de redding van het bedrijf is geweest. En van de positie van Rotterdam in de fruitsector. „Bremen en Hamburg zijn al virtueel leeg, Vlissingen heeft het niet gered. De topterminals staan gewoon in Rotterdam en Antwerpen.” (MS)