« Terug naar overzicht

Pieter van der Vorm

Havenman van het jaar 1986

Algemeen directeur HES Beheer

Drs. P.H. van der Vorm was voorbestemd voor de aannemerij, maar kwam min of meer bij toeval in de haven terecht. Als directeur van de Graan Elevator Maatschappij en later als topman van moedermaatschappij HES Beheer, maakte hij woelige tijden mee in de door stakingen getroffen graanoverslag. Lef kan hem in elk geval niet worden ontzegd. Want welke havenwerkgever durft het aan in z’n eentje en stoïcijns een zaal met vijfhonderd stakende havenarbeiders toe te spreken? Zijn vertrek bij HES in 1991 betekende een definitief afscheid van de haven, maar de titel Havenman van het Jaar 1986 heeft hij voor het leven.

Als zoon uit een familie van bouwers zou hij civiel ingenieur worden, maar die studie viel tegen. Economie lag hem meer. Zijn studie verdiende hij deels zelf als druivenplukker in Frankrijk en bordenwasser in Zweden. Dat waren zijn eerste internationale contacten. In 1968 trad Van der Vorm als marktonderzoeker in dienst van de Graan Elevator Maatschappij. Hij kon er honderd gulden per maand meer verdienen dan bij andere bedrijven waar hij had gesolliciteerd; de haven of het graan zeiden hem op zich niets. Zes jaar later was hij al opgeklommen tot directeur van de GEM en in 1983 werd hij eerste man bij moedermaatschappij HES Beheer. Hij was internationaal gericht en probeerde uit de hele wereld lading naar Rotterdam te halen. Het opzetten van een aanvoerketen van tapioca uit Thailand, een eiwitrijk halfproduct voor de veevoederindustrie in Europa, was een van zijn paradepaardjes. Het Europese landbouwbeleid in de jaren tachtig (wegwerken graanoverschotten, inkrimping veestapel) pakte echter zeer ongunstig uit voor de Rotterdamse overslagbedrijven. Er volgde een aantal zeer moeilijke jaren voor de GEM, verhevigd door zware concurrentie van nieuwkomer Interstevedoring, het bedrijf van Jan Rijsdijk.

In de jaren tachtig had Van der Vorm er al veel aan gedaan om HES Beheer minder afhankelijk te maken van granen en veevoeders. De holding had in de goede jaren een flink kapitaal opgebouwd voor investeringen in diversificaties. Van der Vorm zag dat de containervaart zich sterk bleef ontwikkelen, waarbij het binnen-Europese vervoer nog in de kinderschoenen stond. De Ierse rederij Bell Lines, die een eigen terminal in Rozenburg had, was de onbetwiste pionier op dit gebied en toen zich in 1986 de kans voordeed dit familiebedrijf over te nemen, greep hij die met beide handen aan. Toch vond ’men’ het een waagstuk – Pieter van der Vorm dankte er de bijnaam Pietje Bell aan – maar ”Kyoto” erkende zijn initiatief door hem tot Havenman te benoemen. Dat Bell Lines vijf jaar later weer moest worden afgestoten had echter alles te maken met het succes van Jan Rijsdijk. Deze sloeg met drijvende kranen over van zeeschip in binnenschip of coaster en kon daardoor goedkoper zijn dan de GEM met haar hoge investeringen in de Beneluxhaven. Toen Rijsdijk in 1991 door HES Beheer werd uitgekocht voor honderd miljoen gulden, vond Van der Vorm het tijd om op te stappen. Te meer daar voor de financiering hiervan ’zijn’ Bell Lines werd opgeofferd. De rederij kwam in handen van Ierse, Britse en Amerikaanse investeerders, die niet veel hebben kunnen verbeteren aan de zwakke vermogenspositie van de onderneming. Bell ging in 1997 failliet. Van der Vorm zelf is het beter vergaan. Sinds zijn vertrek bij HES Beheer heeft hij als interim-manager bij diverse bedrijven gewerkt. In 2002 werd hij lid van de raad van bestuur van Koninklijke Ten Cate. (HR)