« Terug naar overzicht

Mai Elmar

Havenvrouw van het jaar 2004

Directeur Cruiseport Rotterdam

G.M. Elmar, directeur van Cruiseport Rotterdam, werd Havenvrouw van het Jaar 2004, het jaar waarin de Queen Mary 2 afmeerde aan de Wilhelminapier. Dit was (voorlopig) de kroon op het werk van Elmar, die sinds 1999 doende is de cruiserederijen te interesseren voor Rotterdam. „Een kwestie van lange adem,” blijft zij herhalen. Intussen heeft ze de cruisebestemming Rotterdam, een vaag ’product’, een gezicht kunnen geven, dat in de directiekamers serieus wordt genomen. En de cruisegasten beoordelen Rotterdam zeer positief – niet Elmars verdienste, maar wel een aansporing voor stad en haven zich te blijven inspannen.

Het was eind jaren tachtig een treurige boel geworden aan de Wilhelminakade, waar ooit de passagiersschepen van de Holland-Amerika Lijn vertrokken. De HAL zelf was al uit Rotterdam vertrokken, en de buitenlandse cruiseschepen die nog aanlegden bij de passagiersterminal werden steeds minder talrijk. In 1992 nog één, daarna niets meer. De Wilhelminakade deelde in de neergang van de oude havens in het stadsgebied. Maar mét de belangstelling van de stedenbouwkundigen om die oude havens te bebouwen met huizen, kantoren, amusement en horeca – het plan ’Kop van Zuid’ – kwam ook de wedergeboorte van de Wilhelminakade in beeld. De doelstelling was ambitieus: 25 cruiseschepen per jaar naar Rotterdam halen, en de herontwikkeling van de passagiersterminal mocht wat kosten: 16 miljoen gulden. Op 5 september 1997 werd de Cruiseterminal Rotterdam getest door een cruiseschip op proefvaart. De gloednieuwe ’slurf’ die schip en terminal verbindt paste. Burgemeester Peper zag het met voldoening aan en verklaarde de terminal voor geopend.

Dit was het uur nul van Rotterdam als cruisehaven. Nu moest het ’product’ nog aan de man worden gebracht, en het duurde nog even eer men in Mai Elmar degene had gevonden die daarin lijkt te slagen. Deze Noors-Nederlandse zakenvrouw, opgegroeid in de rederswereld en ervaren in de hotel- en reisbranche, ziet Rotterdam als de alternatieve cruisebestemming in West-Europa. „Amsterdam is een wereldstad, daar kun je je niet mee vergelijken,” zegt zij. Cruisepassagiers hebben vooral wereldsteden op hun verlanglijstje. Maar wie voor de derde of vierde keer gaat cruisen, wil wel eens wat anders. Dat is een gedefinieerd marktsegement geworden, de repeaters market. Rederijen springen erop in en Rotterdam… vaart er wel bij. De komst in juni 2003 van de Rotterdam en de Oosterdam – ook nog tegelijkertijd – was volgens Elmar een doorbraakje: „De belangstelling ook bij andere rederijen was gewekt.” Voor 2005 heeft zij 21 schepen gecontracteerd.

Het is nooit helemaal duidelijk geweest of het ’product’ cruiseport iets VVV-achtigs is of toch meer verankerd is in de haven. Mai Elmar heeft haar eigen weg gezocht en gevonden. Sinds begin 2004 is Cruiseport Rotterdam een afdeling van het Havenbedrijf Rotterdam, met haar volledige instemming. Dat neemt niet weg dat de cruisemarkt een samenspel blijft van stad en haven. Op de dag dat een schip arriveert vormt de terminal daarin de verbindingsschakel, waar onder regie van Elmar alles in gereedheid is gebracht om de passagiers welkom te heten en wegwijs te maken. Cruisepassagiers moeten naast hun excursie een halve dag in de stad doorbrengen, vindt Elmar. „Het is fijn te horen dat men dat waardeert – er worden rapportcijfers van 8-min tot een 9 gegeven – maar we moeten eraan werken dat dat zo blijft.” Tenslotte komt met elk cruiseschip zo’n 450.000 euro de stad binnen, en dat beseft men gelukkig. „Tot en met de taxichauffeur die zijn uiterste best doet een goede indruk achter te laten.” (ahf)