« Terug naar overzicht

Paul Rosenmöller

Havenman van het jaar 1988

Districtsbestuurder Vervoersbond FNV

P. Rosenmöller is in de Rotterdamse haven bekend geworden als de felle, jonge vakbondsman die garant leek te staan voor arbeidsonrust. Toch wist hij als onderhandelaar geleidelijk aan zowel in het kamp van de werkgevers als bij zijn achterban begrip te kweken voor de wederzijdse standpunten. Daar zou echter wel een aantal jaren van hardnekkige arbeidsonrust overheen gaan. Zowel in 1985 als 1987 kwam pas door externe bemiddeling een einde aan een slepend conflict. Rosenmöllers rol bij de totstandkoming van het stukgoedakkoord in 1987 was de aanleiding voor zijn benoeming tot Havenman van het Jaar.

Als stuwer bij Müller-Thomsen leerde Paul Rosenmöller hoe het eraan toe gaat in de Rotterdamse haven. Hij had socioloog willen worden, maar brak zijn universitaire studie af om voortijdig de theorie van de arbeidsverhoudingen te toetsen aan de praktijk. Vooral ook aan de marxistisch-leninistische theorie, zijn eigenlijke passie. Aan de Prinses Beatrixhaven en de Schiehaven leerde hij de praktijk met het lossen van zakken grafiet en talkpoeder, beurtelings als zwarte piet en als sneeuwman. Of met bananenboten of buizen voor Rusland en China. En ondertussen, als er weer eens een conflict was op de werkvloer, in de bedrijfskantine zeggen waar het op staat. Het ontging Rosenmöller, innmiddels vakbondsbestuurder voor de haven, niet dat het stukgoed – de zakken en kratten en dozen – een aflopende zaak was. Maar in die sector zat nog wel de meeste werkgelegenheid. Inkrimpingen leken niet tegen te houden, maar dat kon je niet openlijk zeggen. Wel voorzichtig opperen of je met een staking juist dat teruglopende stukgoed moest treffen, of misschien beter de werkgevers in de florerende massagoed- en containersector? De uitkomst was een diep wantrouwen tussen de bestuurders van de Vervoersbond FNV en de havenwerkers. En een toenemend aantal arbeidsconflicten.

Achter de schermen waren in deze situatie intensieve en goede contacten ontstaan tusen Rosenmöller en de directeur van het Gemeentelijk Havenbedrijf, ir. Henk Molenaar. Deze liet berekenen wat een fatsoenlijke afbouw van de stukgoedsector de werkgevers zou moeten kosten. Oud-burgemeester André van der Louw, inmiddels voorzitter van het Openbaar Lichaam Rijnmond, bemiddelde in een poging om op basis van deze berekeningen tot een sociaal akkoord te komen. Op de vroege zaterdagochtend van 29 juni 1985 werd in het Rijnmondgebouw het Van der Louw-akkoord gesloten: geen gedwongen ontslagen in het stukgoed tot 1990. Maar de praktijk viel tegen. Rosenmöller wilde het akkoord ruim interpreteren. Kijken naar de rek en de ruimte die er in zat. Werkgevers betichtten hem van het willen openbreken van het Van der Louw-akkoord. Daarmee was een nieuw stukgoedconflict geboren, met – gezien de voorgeschiedenis – steeds minder kans op een oplossing. Die kwam er toch, in de vorm van de befaamde ’Zoen van Delft’. In de zomer van 1987 kwamen vertegenwoordigers van bonden (onder wie Rosenmöller) en werkgevers in het diepste geheim bijeen in het stadhuis van Delft. Drie weken duurde het eer er, onder regie van de hoofdredacteur van Het Vrije Volk, Gerard Krul, een uitweg was gevonden. Rosenmöller keek inmiddels al weer verder. Zijn benoeming tot Havenman van het Jaar 1988 greep hij aan om zelf met een lange-termijnstrategie te komen, vervat in een Masterplan, waarin centraal stonden herverkaveling van de haventerreinen en gezondmaking van de arbeidspool SHB. Het zou zijn testament als vakbondman worden, want na de val van het kabinet-Lubbers op 3 mei 1989 stelde hij zich kandidaat voor de lijst van Groen Links en kwam in de Tweede Kamer. (GH)