« Terug naar overzicht

Piet de Ruiter †

Havenman van het jaar 1983

Oud-gecommitteerde van het Openbaar Lichaam Rijnmond

Drs. P.A. de Ruiter werd als buitenstaander Havenman van het Jaar voor zijn aandeel in de herstructurering van het stukgoed. De oud-Rijnmond- bestuurder was in 1981 gevraagd als voorzitter van de onderhandelingen over een sociaal akkoord. Het is hem gelukt het gesprek tussen werkgevers en werknemers, die keihard tegenover elkaar stonden, anderhalf jaar gaande te houden tot het akkoord er lag. Hij noemde het ’leiding geven aan een groot gevecht’, waarin de partijen zelf hun problemen moesten oplossen. De Ruiter – ’Ik heb er veel van geleerd’ – maakte later zijn beroep van interim-management en advisering.

Procesmanagement avant la lettre noemde Piet de Ruiter achteraf zijn bemiddeling in het jaar 1982 bij een van de grootste dreigende naoorlogse havenconflicten. Werkgevers en vakbonden worstelen met de sociale gevolgen van de inkrimping van de stukgoedsector. Bij de normale cao-onderhandelingen komen ze er niet uit. En zoals zo vaak in Polderland moet een commissie de oplossing brengen, maar dan wel onder neutraal voorzitterschap. De keus valt op Piet de Ruiter, geboren 1939 in Schiedam, getogen in Vlaardingen, Krimpen aan den IJssel en Rotterdam. Een kind van de Waterweg. Studeerde in Rotterdam economie, was redacteur van het economenvakblad ESB en schreef columns in de Haagse Post. Begon tamelijk links in de Partij van de Arbeid, als medeauteur van het boekje „Mooi rood is niet lelijk”. In een andere publicatie, „Staalhard nee”, keerde hij zich tegen een plan van Hoogovens om een staalfabriek op de Maasvlakte te bouwen. In 1971 belandde hij voor zijn partij in de Tweede Kamer, twee jaar later – bij de vorming van het kabinet-Den Uyl – promoveerde hij tot fractiesecretaris. Het duurde nog drie jaar voor hij de Haagse politiek vaarwel zei en dagelijks bestuurder (gecommitteerde) werd van het Openbaar Lichaam Rijnmond. De economie en – later – het milieu van het Rijnmondgebied werden zijn dagelijkse bezigheden. In 1980 gaf hij er de brui aan en werd al snel daarna directeur regionale economische politiek op het departement van Economische Zaken. In die periode verdiende hij ook de titel Havenman van het Jaar 1983.

Keihard tegenover elkaar stonden de partijen in de haven. Niet zozeer in de Commissie-I die De Ruiter voorzat, want daarin werden slechts de feiten en cijfers verzameld. Maar in de Commissie-II, waar de oplossing voor de tegenstellingen tussen de havenbedrijven en de werknemers gevonden moest worden, ging het er hard aan toe. Tussen werkgevers en vakbonden, maar soms ook onderling. De bonden zaten niet op één lijn, en de havenwerkgevers al evenmin, al versluierden zij de verschillen van inzicht gewoonlijk wat diplomatieker. Avonden- en soms nachtenlang werd er onderhandeld in de burelen van de Scheepvaartvereniging Zuid, de organisatie van de havenwerkgevers. De Ruiter pakte enkele malen demonstratief zijn spullen bijeen om partijen tot inschikkelijker gedrag te brengen. Uiteindelijk lukte het na anderhalf jaar een akkoord te bereiken. Niet voor eeuwig, want nieuwe ontwikkelingen en omstandigheden zouden nog jarenlang heronderhandelingen noodzakelijk maken. Maar de weg naar het traditionele polderoverleg lag weer open, geplaveid door de stoomwals die Piet de Ruiter soms hanteerde in die gedenkwaardige jaren 1982 en 1983. (AvC)